Noble Quran » Nederlands » Sorah Az-Zukhruf ( The Gold Adornment )

Choose the reader

Nederlands

Sorah Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Verses Number 89
حم ( 1 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 1
Ha. Mim.
وَالْكِتَابِ الْمُبِينِ ( 2 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 2
Bij het duidelijke boek,
إِنَّا جَعَلْنَاهُ قُرْآنًا عَرَبِيًّا لَّعَلَّكُمْ تَعْقِلُونَ ( 3 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 3
Waarlijk, wij hebben dit als een Arabischen Koran bevolen, opdat gij dien zoudt begrijpen.
وَإِنَّهُ فِي أُمِّ الْكِتَابِ لَدَيْنَا لَعَلِيٌّ حَكِيمٌ ( 4 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 4
En het is zekerlijk in het oorspronkelijke boek geschreven, dat door ons bewaard, heerlijk en vol van wijsheid is.
أَفَنَضْرِبُ عَنكُمُ الذِّكْرَ صَفْحًا أَن كُنتُمْ قَوْمًا مُّسْرِفِينَ ( 5 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 5
Zullen wij dus de vermaning van u afwenden en u daarvan berooven, omdat gij een volk van overtreders zijt?
وَكَمْ أَرْسَلْنَا مِن نَّبِيٍّ فِي الْأَوَّلِينَ ( 6 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 6
Hoeveel profeten hebben wij tot de vroegere volkeren gezonden?
وَمَا يَأْتِيهِم مِّن نَّبِيٍّ إِلَّا كَانُوا بِهِ يَسْتَهْزِئُونَ ( 7 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 7
En er kwam geen profeet tot hen, of zij lachten verachtelijk,
فَأَهْلَكْنَا أَشَدَّ مِنْهُم بَطْشًا وَمَضَىٰ مَثَلُ الْأَوَّلِينَ ( 8 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 8
Daarom vernietigden wij volkeren die machtiger dan deze in sterkte waren, en het voorbeeld der vroegere volkeren is voor hen geplaatst.
وَلَئِن سَأَلْتَهُم مَّنْ خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ لَيَقُولُنَّ خَلَقَهُنَّ الْعَزِيزُ الْعَلِيمُ ( 9 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 9
Indien gij hun vraagt wie de hemelen, en de aarde schiep, zullen zij zekerlijk antwoorden: De machtige, de wijze God schiep die.
الَّذِي جَعَلَ لَكُمُ الْأَرْضَ مَهْدًا وَجَعَلَ لَكُمْ فِيهَا سُبُلًا لَّعَلَّكُمْ تَهْتَدُونَ ( 10 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 10
Wie heeft de aarde als een bed voor u uitgespreid, en heeft daarop paden voor u gemaakt, opdat gij geleid zoudt worden?
وَالَّذِي نَزَّلَ مِنَ السَّمَاءِ مَاءً بِقَدَرٍ فَأَنشَرْنَا بِهِ بَلْدَةً مَّيْتًا ۚ كَذَٰلِكَ تُخْرَجُونَ ( 11 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 11
En wie zendt den regen bij mate neder waardoor wij een dood land verkwikken? (Zoo zult gij uit uwe graven worden opgewekt).
وَالَّذِي خَلَقَ الْأَزْوَاجَ كُلَّهَا وَجَعَلَ لَكُم مِّنَ الْفُلْكِ وَالْأَنْعَامِ مَا تَرْكَبُونَ ( 12 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 12
En wie heeft al de verschillende dingen geschapen, en u schepen en vee gegeven?
لِتَسْتَوُوا عَلَىٰ ظُهُورِهِ ثُمَّ تَذْكُرُوا نِعْمَةَ رَبِّكُمْ إِذَا اسْتَوَيْتُمْ عَلَيْهِ وَتَقُولُوا سُبْحَانَ الَّذِي سَخَّرَ لَنَا هَٰذَا وَمَا كُنَّا لَهُ مُقْرِنِينَ ( 13 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 13
Waardoor gij vervoerd wordt, opdat gij stevig op hunne ruggen zoudt zitten, en de gunst van uwen Heer zoudt gedenken, als gij daarop zit, en zeggen zoudt: Geloofd zij hij, die deze schepen en dieren aan onzen dienst heeft onderworpen! want wij zouden die door eigene macht niet hebben kunnen bemeesteren.
وَإِنَّا إِلَىٰ رَبِّنَا لَمُنقَلِبُونَ ( 14 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 14
En tot onzen Heer zullen wij zekerlijk terugkeeren.
وَجَعَلُوا لَهُ مِنْ عِبَادِهِ جُزْءًا ۚ إِنَّ الْإِنسَانَ لَكَفُورٌ مُّبِينٌ ( 15 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 15
Toch hebben zij sommige zijner dienaren als zijne kinderen gehouden; waarlijk de mensch is klaarblijkelijk ondankbaar.
أَمِ اتَّخَذَ مِمَّا يَخْلُقُ بَنَاتٍ وَأَصْفَاكُم بِالْبَنِينَ ( 16 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 16
Heeft God dochters genomen uit de wezens, die hij heeft geschapen, en heeft hij zonen uit u gekozen?
وَإِذَا بُشِّرَ أَحَدُهُم بِمَا ضَرَبَ لِلرَّحْمَٰنِ مَثَلًا ظَلَّ وَجْهُهُ مُسْوَدًّا وَهُوَ كَظِيمٌ ( 17 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 17
Maar als aan een van hen het bericht wordt gebracht der geboorte van een kind dier kunne, welke zij den Barmhartige als hem gelijk toeschrijven, dan wordt zijn aangezicht zwart en hij is met spijt vervuld.
أَوَمَن يُنَشَّأُ فِي الْحِلْيَةِ وَهُوَ فِي الْخِصَامِ غَيْرُ مُبِينٍ ( 18 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 18
Schrijven zij daarom aan God eene vrouwelijke nakomelingschap toe, uit de wezens die onder versierselen worden opgevoed en zonder reden twisten?
وَجَعَلُوا الْمَلَائِكَةَ الَّذِينَ هُمْ عِبَادُ الرَّحْمَٰنِ إِنَاثًا ۚ أَشَهِدُوا خَلْقَهُمْ ۚ سَتُكْتَبُ شَهَادَتُهُمْ وَيُسْأَلُونَ ( 19 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 19
En maken zij de engelen, die de dienaren des Barmhartigen zijn vrouwelijk? Waren zij bij hunne schepping tegenwoordig? Hunne getuigenis zal nedergeschreven worden, en zij zullen daaromtrent op den dag des oordeels ondervraagd worden.
وَقَالُوا لَوْ شَاءَ الرَّحْمَٰنُ مَا عَبَدْنَاهُم ۗ مَّا لَهُم بِذَٰلِكَ مِنْ عِلْمٍ ۖ إِنْ هُمْ إِلَّا يَخْرُصُونَ ( 20 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 20
En zij zeggen: Indien het Gode had behaagd, zouden wij hen niet hebben vereerd. Zij hebben geene kennis daarvan, zij spreken slechts eene ijdele leugen uit.
أَمْ آتَيْنَاهُمْ كِتَابًا مِّن قَبْلِهِ فَهُم بِهِ مُسْتَمْسِكُونَ ( 21 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 21
Hebben wij hun ooit te voren een boek met openbaringen vóór dit gegeven, en houden zij dat in hunne bewaring?
بَلْ قَالُوا إِنَّا وَجَدْنَا آبَاءَنَا عَلَىٰ أُمَّةٍ وَإِنَّا عَلَىٰ آثَارِهِم مُّهْتَدُونَ ( 22 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 22
Neen! Maar zij zeggen: Waarlijk, wij bevonden dat onze vaderen dezen godsdienst uitoefenden, en wij richten ons naar hunne voetstappen.
وَكَذَٰلِكَ مَا أَرْسَلْنَا مِن قَبْلِكَ فِي قَرْيَةٍ مِّن نَّذِيرٍ إِلَّا قَالَ مُتْرَفُوهَا إِنَّا وَجَدْنَا آبَاءَنَا عَلَىٰ أُمَّةٍ وَإِنَّا عَلَىٰ آثَارِهِم مُّقْتَدُونَ ( 23 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 23
Wij zouden geen prediker voor u, naar geene stad, of de bewoners daarvan, die in overvloed leefden, zeiden: Waarlijk, wij bevonden dat onze vaderen eenen godsdienst uitoefenden, en wij traden in hunne voetstappen.
قَالَ أَوَلَوْ جِئْتُكُم بِأَهْدَىٰ مِمَّا وَجَدتُّمْ عَلَيْهِ آبَاءَكُمْ ۖ قَالُوا إِنَّا بِمَا أُرْسِلْتُم بِهِ كَافِرُونَ ( 24 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 24
En de prediker antwoordde: Wat! niettegenstaande ik u eenen meer waren godsdienst breng, dan die welken gij bevondt dat door uwe vaderen werd gevolgd? En zij hernamen: Waarlijk, wij gelooven datgene niet, wat gij gezonden zijt te prediken.
فَانتَقَمْنَا مِنْهُمْ ۖ فَانظُرْ كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُكَذِّبِينَ ( 25 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 25
Daarom namen wij wraak op hen; en aanschouw wat het einde was van hen, die onze gezanten van bedrog beschuldigden.
وَإِذْ قَالَ إِبْرَاهِيمُ لِأَبِيهِ وَقَوْمِهِ إِنَّنِي بَرَاءٌ مِّمَّا تَعْبُدُونَ ( 26 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 26
Herdenk toen Abraham tot zijn vader en tot zijn volk zeide: Waarlijk ik ben rein van de goden welke gij vereert.
إِلَّا الَّذِي فَطَرَنِي فَإِنَّهُ سَيَهْدِينِ ( 27 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 27
Ik aanbid slechts hem die mij heeft geschapen: voor hem zal ik mij op den waren weg richten.
وَجَعَلَهَا كَلِمَةً بَاقِيَةً فِي عَقِبِهِ لَعَلَّهُمْ يَرْجِعُونَ ( 28 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 28
En hij (Abraham) beval, dat dit een vaste leer voor zijn nakomelingschap zou wezen, opdat zij van den afgodendienst zouden worden afgewend, naar de vereering van den eenigen, waren God.
بَلْ مَتَّعْتُ هَٰؤُلَاءِ وَآبَاءَهُمْ حَتَّىٰ جَاءَهُمُ الْحَقُّ وَرَسُولٌ مُّبِينٌ ( 29 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 29
Waarlijk, ik heb dezen bewoners van Mekka en hunnen vaderen veroorloofd in voorspoed te leven, tot de waarheid tot hen zou komen en een duidelijke gezant.
وَلَمَّا جَاءَهُمُ الْحَقُّ قَالُوا هَٰذَا سِحْرٌ وَإِنَّا بِهِ كَافِرُونَ ( 30 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 30
Maar nu de waarheid tot hen is gekomen, zeggen zij: Dit is een goochelstuk, en wij gelooven niet daaraan.
وَقَالُوا لَوْلَا نُزِّلَ هَٰذَا الْقُرْآنُ عَلَىٰ رَجُلٍ مِّنَ الْقَرْيَتَيْنِ عَظِيمٍ ( 31 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 31
En zij zeggen: Indien deze Koran aan sommige voorname menschen van elke der beide steden ware nedergezonden, zouden wij dien hebben ontvangen.
أَهُمْ يَقْسِمُونَ رَحْمَتَ رَبِّكَ ۚ نَحْنُ قَسَمْنَا بَيْنَهُم مَّعِيشَتَهُمْ فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا ۚ وَرَفَعْنَا بَعْضَهُمْ فَوْقَ بَعْضٍ دَرَجَاتٍ لِّيَتَّخِذَ بَعْضُهُم بَعْضًا سُخْرِيًّا ۗ وَرَحْمَتُ رَبِّكَ خَيْرٌ مِّمَّا يَجْمَعُونَ ( 32 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 32
Deelen zij dan de genade van uwen Heer uit. Wij verdeelen den noodigen voorraad onder hen, in dit tegenwoordige leven, en wij verheffen sommigen van hen, eenige graden boven de anderen, opdat de een van hen zich door den ander van hen doe dienen, en de genade van uwen Heer is meer waard dan de rijkdommen welke zij bijeenverzamelen.
وَلَوْلَا أَن يَكُونَ النَّاسُ أُمَّةً وَاحِدَةً لَّجَعَلْنَا لِمَن يَكْفُرُ بِالرَّحْمَٰنِ لِبُيُوتِهِمْ سُقُفًا مِّن فِضَّةٍ وَمَعَارِجَ عَلَيْهَا يَظْهَرُونَ ( 33 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 33
Indien het niet ware, geheel het menschelijk geslacht ongeloovigen te zien worden, waarlijk, dan hadden wij aan hen, die niet in den Barmhartige gelooven, zilveren daken op hunne huizen gegeven, en zilveren trappen, waardoor zij daarin hadden kunnen opklimmen;
وَلِبُيُوتِهِمْ أَبْوَابًا وَسُرُرًا عَلَيْهَا يَتَّكِئُونَ ( 34 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 34
En zilveren zetels om er op te leunen.
وَزُخْرُفًا ۚ وَإِن كُلُّ ذَٰلِكَ لَمَّا مَتَاعُ الْحَيَاةِ الدُّنْيَا ۚ وَالْآخِرَةُ عِندَ رَبِّكَ لِلْمُتَّقِينَ ( 35 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 35
En gouden versiersels; want dit alles is de voorraad van dit leven; maar het volgende leven met uwen Heer zal voor degenen wezen, die hem vreezen.
وَمَن يَعْشُ عَن ذِكْرِ الرَّحْمَٰنِ نُقَيِّضْ لَهُ شَيْطَانًا فَهُوَ لَهُ قَرِينٌ ( 36 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 36
Wie van de vermaning van den Barmhartige zal afdwalen, zullen wij aan een duivel vastketenen, en hij zal zijn onafscheidelijke makker wezen.
وَإِنَّهُمْ لَيَصُدُّونَهُمْ عَنِ السَّبِيلِ وَيَحْسَبُونَ أَنَّهُم مُّهْتَدُونَ ( 37 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 37
De duivels zullen de menschen van het pad der waarheid afwenden, en zij zullen zich verbeelden, op den waren weg te zijn geleid.
حَتَّىٰ إِذَا جَاءَنَا قَالَ يَا لَيْتَ بَيْنِي وَبَيْنَكَ بُعْدَ الْمَشْرِقَيْنِ فَبِئْسَ الْقَرِينُ ( 38 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 38
Totdat, wanneer de mensch op den jongsten dag voor ons zal verschijnen, hij tot den duivel zal zeggen: Had God gegeven, dat er tusschen ons een afstand ware geweest, als van het Oosten tot het Westen! O welk een vreeselijke makker zijt gij!
وَلَن يَنفَعَكُمُ الْيَوْمَ إِذ ظَّلَمْتُمْ أَنَّكُمْ فِي الْعَذَابِ مُشْتَرِكُونَ ( 39 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 39
Maar geene wenschen zullen u op dien dag baten; want gij zult deelgenooten derzelfde straf zijn.
أَفَأَنتَ تُسْمِعُ الصُّمَّ أَوْ تَهْدِي الْعُمْيَ وَمَن كَانَ فِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ ( 40 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 40
Kunt gij, o profeet! den doove hoorend maken, of den blinde richten, en hem, die in eene duidelijke dwaling verkeert?
فَإِمَّا نَذْهَبَنَّ بِكَ فَإِنَّا مِنْهُم مُّنتَقِمُونَ ( 41 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 41
Hetzij wij u uit hun midden wegnemen, wij zullen zekerlijk wraak op hen nemen.
أَوْ نُرِيَنَّكَ الَّذِي وَعَدْنَاهُمْ فَإِنَّا عَلَيْهِم مُّقْتَدِرُونَ ( 42 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 42
Of hetzij wij u de uitvoering der straf doen zien, waarmede wij hen hebben bedreigd, wij zullen zekerlijk de overmacht over hen hebben.
فَاسْتَمْسِكْ بِالَّذِي أُوحِيَ إِلَيْكَ ۖ إِنَّكَ عَلَىٰ صِرَاطٍ مُّسْتَقِيمٍ ( 43 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 43
Houdt dus de leer vast, die u werd geopenbaard; want gij bewandelt den waren weg.
وَإِنَّهُ لَذِكْرٌ لَّكَ وَلِقَوْمِكَ ۖ وَسَوْفَ تُسْأَلُونَ ( 44 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 44
Zij is een gedenkteeken voor u en uw volk, en hierna zult gij ondervraagd worden, nopens de inachtneming daarvan.
وَاسْأَلْ مَنْ أَرْسَلْنَا مِن قَبْلِكَ مِن رُّسُلِنَا أَجَعَلْنَا مِن دُونِ الرَّحْمَٰنِ آلِهَةً يُعْبَدُونَ ( 45 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 45
Ondervraag onze gezanten, welke wij vóór u hebben gezonden, of wij godheden, buiten den Barmhartige, ter vereering hebben aangewezen.
وَلَقَدْ أَرْسَلْنَا مُوسَىٰ بِآيَاتِنَا إِلَىٰ فِرْعَوْنَ وَمَلَئِهِ فَقَالَ إِنِّي رَسُولُ رَبِّ الْعَالَمِينَ ( 46 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 46
Wij zonden vroeger Mozes met zijn teekenen tot Pharao en diens vorsten, en hij zeide: Waarlijk, ik ben de gezant van den Heer van alle schepselen.
فَلَمَّا جَاءَهُم بِآيَاتِنَا إِذَا هُم مِّنْهَا يَضْحَكُونَ ( 47 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 47
En toen hij met onze teekenen tot hen kwam, ziet, toen lachten zij verachtelijk om hem.
وَمَا نُرِيهِم مِّنْ آيَةٍ إِلَّا هِيَ أَكْبَرُ مِنْ أُخْتِهَا ۖ وَأَخَذْنَاهُم بِالْعَذَابِ لَعَلَّهُمْ يَرْجِعُونَ ( 48 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 48
Wij toonden hun echter teekenen waarvan het eene grooter dan het andere was, en wij legden hun eene straf op, opdat zij wellicht zouden worden bekeerd.
وَقَالُوا يَا أَيُّهَ السَّاحِرُ ادْعُ لَنَا رَبَّكَ بِمَا عَهِدَ عِندَكَ إِنَّنَا لَمُهْتَدُونَ ( 49 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 49
En zij zeiden tot Mozes: O toovenaar! bid uwen Heer voor ons, overeenkomstig het verbond, dat hij met u heeft gesloten; want wij zullen zekerlijk goed geleid worden.
فَلَمَّا كَشَفْنَا عَنْهُمُ الْعَذَابَ إِذَا هُمْ يَنكُثُونَ ( 50 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 50
Maar toen wij de plaag van hen afnamen, ziet, toen braken zij hunne belofte.
وَنَادَىٰ فِرْعَوْنُ فِي قَوْمِهِ قَالَ يَا قَوْمِ أَلَيْسَ لِي مُلْكُ مِصْرَ وَهَٰذِهِ الْأَنْهَارُ تَجْرِي مِن تَحْتِي ۖ أَفَلَا تُبْصِرُونَ ( 51 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 51
En Pharao richtte eene bekendmaking tot zijn volk, zeggende: O mijn volk! is het koninkrijk Egypte niet mijn, en deze rivieren, die onder mij stroomen? Ziet gij niet?
أَمْ أَنَا خَيْرٌ مِّنْ هَٰذَا الَّذِي هُوَ مَهِينٌ وَلَا يَكَادُ يُبِينُ ( 52 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 52
Ben ik niet beter dan deze Mozes, die een verachtelijk persoon is, En zich slechts zelden verstaanbaar kan uitdrukken.
فَلَوْلَا أُلْقِيَ عَلَيْهِ أَسْوِرَةٌ مِّن ذَهَبٍ أَوْ جَاءَ مَعَهُ الْمَلَائِكَةُ مُقْتَرِنِينَ ( 53 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 53
Zijn hem dan gouden armbanden gegeven, of volgen de engelen hem in geregelden optocht?
فَاسْتَخَفَّ قَوْمَهُ فَأَطَاعُوهُ ۚ إِنَّهُمْ كَانُوا قَوْمًا فَاسِقِينَ ( 54 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 54
En Pharao haalde zijn volk tot een lichtvaardig gedrag over, en het gehoorzaamde hem; want zij waren zondaren.
فَلَمَّا آسَفُونَا انتَقَمْنَا مِنْهُمْ فَأَغْرَقْنَاهُمْ أَجْمَعِينَ ( 55 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 55
En toen zij onze woede hadden uitgelokt, namen wij wraak op hen
فَجَعَلْنَاهُمْ سَلَفًا وَمَثَلًا لِّلْآخِرِينَ ( 56 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 56
En wij verdronken hen allen. Wij maakten hen tot een voorbeeld, en eene waarschuwing voor anderen.
وَلَمَّا ضُرِبَ ابْنُ مَرْيَمَ مَثَلًا إِذَا قَوْمُكَ مِنْهُ يَصِدُّونَ ( 57 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 57
Toen de zoon van Maria als een voorbeeld werd gesteld, ziet, toen schreeuwde uw volk het, door overmaat van vreugde, uit.
وَقَالُوا أَآلِهَتُنَا خَيْرٌ أَمْ هُوَ ۚ مَا ضَرَبُوهُ لَكَ إِلَّا جَدَلًا ۚ بَلْ هُمْ قَوْمٌ خَصِمُونَ ( 58 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 58
Zij zeiden: Zijn onze goden beter dan hij, of is Maria's zoon beter dan onze goden? Zij hebben u deze vraag slechts voorgesteld, als eene aanleiding tot twist. Ja, zij zijn twistgierige menschen.
إِنْ هُوَ إِلَّا عَبْدٌ أَنْعَمْنَا عَلَيْهِ وَجَعَلْنَاهُ مَثَلًا لِّبَنِي إِسْرَائِيلَ ( 59 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 59
Jezus is slechts een dienaar (een mensch), dien wij met onze gunsten overlaadden, en wij wezen hem als een voorbeeld voor de kinderen Israëls aan,
وَلَوْ نَشَاءُ لَجَعَلْنَا مِنكُم مَّلَائِكَةً فِي الْأَرْضِ يَخْلُفُونَ ( 60 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 60
(Indien het ons behaagde, ja, waarlijk, dan konden wij uit u zelven engelen voortbrengen, om u op de aarde op te volgen).
وَإِنَّهُ لَعِلْمٌ لِّلسَّاعَةِ فَلَا تَمْتَرُنَّ بِهَا وَاتَّبِعُونِ ۚ هَٰذَا صِرَاطٌ مُّسْتَقِيمٌ ( 61 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 61
En hij zal een teeken zijn van de nadering van het jongste uur; twijfelt er dus niet aan; volgt mij; dit is de ware weg.
وَلَا يَصُدَّنَّكُمُ الشَّيْطَانُ ۖ إِنَّهُ لَكُمْ عَدُوٌّ مُّبِينٌ ( 62 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 62
Laat Satan er u niet van afwenden; want hij is uw openlijke vijand.
وَلَمَّا جَاءَ عِيسَىٰ بِالْبَيِّنَاتِ قَالَ قَدْ جِئْتُكُم بِالْحِكْمَةِ وَلِأُبَيِّنَ لَكُم بَعْضَ الَّذِي تَخْتَلِفُونَ فِيهِ ۖ فَاتَّقُوا اللَّهَ وَأَطِيعُونِ ( 63 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 63
En toen Jezus met duidelijke wonderen kwam, zeide hij: Thans ben ik met wijsheid tot u gekomen, en om u een deel te verklaren van de dingen, nopens welke gij verschilt. Vreest dus God en gehoorzaamt mij.
إِنَّ اللَّهَ هُوَ رَبِّي وَرَبُّكُمْ فَاعْبُدُوهُ ۚ هَٰذَا صِرَاطٌ مُّسْتَقِيمٌ ( 64 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 64
Waarlijk God is mijn Heer, en uw Heer; vereert hem dus; dit is de ware weg.
فَاخْتَلَفَ الْأَحْزَابُ مِن بَيْنِهِمْ ۖ فَوَيْلٌ لِّلَّذِينَ ظَلَمُوا مِنْ عَذَابِ يَوْمٍ أَلِيمٍ ( 65 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 65
En de verschillende partijen onder hen geraakten in twist met elkander. Maar wee over hen, die onrechtvaardig hebben gehandeld, om de straf van een droevigen dag.
هَلْ يَنظُرُونَ إِلَّا السَّاعَةَ أَن تَأْتِيَهُم بَغْتَةً وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ ( 66 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 66
Verwachten de ongeloovigen iets anders dan het uur des oordeels; dat het plotseling tot hen moge komen, terwijl zij het niet voorzien?
الْأَخِلَّاءُ يَوْمَئِذٍ بَعْضُهُمْ لِبَعْضٍ عَدُوٌّ إِلَّا الْمُتَّقِينَ ( 67 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 67
De vertrouwdste vrienden zullen op dien dag elkanders vijanden zijn, behalve de godvruchtigen.
يَا عِبَادِ لَا خَوْفٌ عَلَيْكُمُ الْيَوْمَ وَلَا أَنتُمْ تَحْزَنُونَ ( 68 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 68
O mijne dienaren! er zal op dien dag geene vrees tot u komen, en gij zult niet bedroefd worden.
الَّذِينَ آمَنُوا بِآيَاتِنَا وَكَانُوا مُسْلِمِينَ ( 69 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 69
Wie in onze teekenen hebben geloofd en aan mijn wil onderworpen (Moslems) zijn geweest, tot hen zal men zeggen:
ادْخُلُوا الْجَنَّةَ أَنتُمْ وَأَزْوَاجُكُمْ تُحْبَرُونَ ( 70 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 70
Treedt gij het paradijs binnen, gij en uwe vrouwen, met groote vreugde.
يُطَافُ عَلَيْهِم بِصِحَافٍ مِّن ذَهَبٍ وَأَكْوَابٍ ۖ وَفِيهَا مَا تَشْتَهِيهِ الْأَنفُسُ وَتَلَذُّ الْأَعْيُنُ ۖ وَأَنتُمْ فِيهَا خَالِدُونَ ( 71 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 71
Gouden schotels zullen onder hen worden rondgedragen en bekers, en daaruit zullen zij genieten, wat hunne zielen zullen begeeren, en waarin hunne oogen vermaak zullen scheppen, en eeuwig zult gij daarin verblijven.
وَتِلْكَ الْجَنَّةُ الَّتِي أُورِثْتُمُوهَا بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ( 72 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 72
Dit is het paradijs, dat gij geërfd hebt, als eene belooning voor hetgeen gij hebt verricht.
لَكُمْ فِيهَا فَاكِهَةٌ كَثِيرَةٌ مِّنْهَا تَأْكُلُونَ ( 73 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 73
Gij hebt daar vruchten in overvloed, voedt u daarmede.
إِنَّ الْمُجْرِمِينَ فِي عَذَابِ جَهَنَّمَ خَالِدُونَ ( 74 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 74
Maar de zondaren zullen voor eeuwig in de marteling der hel verblijven.
لَا يُفَتَّرُ عَنْهُمْ وَهُمْ فِيهِ مُبْلِسُونَ ( 75 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 75
Zij zal voor hen niet verlicht worden, en zij zullen daarin vertwijfelen.
وَمَا ظَلَمْنَاهُمْ وَلَٰكِن كَانُوا هُمُ الظَّالِمِينَ ( 76 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 76
Wij handelden niet onrechtvaardig met hunne eigene zielen, maar zij zelven.
وَنَادَوْا يَا مَالِكُ لِيَقْضِ عَلَيْنَا رَبُّكَ ۖ قَالَ إِنَّكُم مَّاكِثُونَ ( 77 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 77
Zij zullen luid roepen, zeggende: O Malek! treedt voor ons tusschen beiden, opdat uw Heer onze marteling door vernietiging doe eindigen. Hij zal antwoorden : Waarlijk, gij zult voor eeuwig hierin verblijven.
لَقَدْ جِئْنَاكُم بِالْحَقِّ وَلَٰكِنَّ أَكْثَرَكُمْ لِلْحَقِّ كَارِهُونَ ( 78 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 78
Wij brachten u vroeger de waarheid, maar het meerendeel uwer hadden er afschuw van.
أَمْ أَبْرَمُوا أَمْرًا فَإِنَّا مُبْرِمُونَ ( 79 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 79
Hebben de ongeloovigen een stelsel opgemaakt, om onzen profeet te verschalken?
أَمْ يَحْسَبُونَ أَنَّا لَا نَسْمَعُ سِرَّهُمْ وَنَجْوَاهُم ۚ بَلَىٰ وَرُسُلُنَا لَدَيْهِمْ يَكْتُبُونَ ( 80 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 80
Verbeelden zij zich, dat wij hunne geheimen en hunne gesprekken niet hooren? Ja, en onze gezanten, die hen volgen , schrijven die neder.
قُلْ إِن كَانَ لِلرَّحْمَٰنِ وَلَدٌ فَأَنَا أَوَّلُ الْعَابِدِينَ ( 81 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 81
Zeg: Indien de Barmhartige een zoon had, zou ik de eerste zijn, die hem vereerde.
سُبْحَانَ رَبِّ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ رَبِّ الْعَرْشِ عَمَّا يَصِفُونَ ( 82 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 82
Verre zij het van den Heer van hemel en aarde, den Heer des troons, datgene wat zij van hem betuigen!
فَذَرْهُمْ يَخُوضُوا وَيَلْعَبُوا حَتَّىٰ يُلَاقُوا يَوْمَهُمُ الَّذِي يُوعَدُونَ ( 83 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 83
Laat hen dus door ijdelheid waden, en zich vermaken, tot zij aan hunnen dag komen, waarmede zij werden bedreigd.
وَهُوَ الَّذِي فِي السَّمَاءِ إِلَٰهٌ وَفِي الْأَرْضِ إِلَٰهٌ ۚ وَهُوَ الْحَكِيمُ الْعَلِيمُ ( 84 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 84
Hij, die de God in den hemel is, is ook God op aarde, en hij is de Wijze, de Alwetende.
وَتَبَارَكَ الَّذِي لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا وَعِندَهُ عِلْمُ السَّاعَةِ وَإِلَيْهِ تُرْجَعُونَ ( 85 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 85
Gezegend zij hij, wien het koninkrijk van hemel en aarde behoort en alles wat daartusschen is, met wien de kennis van het laatste uur is, en voor wien gij zult worden verzameld.
وَلَا يَمْلِكُ الَّذِينَ يَدْعُونَ مِن دُونِهِ الشَّفَاعَةَ إِلَّا مَن شَهِدَ بِالْحَقِّ وَهُمْ يَعْلَمُونَ ( 86 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 86
Degenen, welke zij nevens God aanroepen, hebben het voorrecht niet, anderen tot voorspraak te strekken, behalve zij, die getuigenis der waarheid afleggen en haar kennen.
وَلَئِن سَأَلْتَهُم مَّنْ خَلَقَهُمْ لَيَقُولُنَّ اللَّهُ ۖ فَأَنَّىٰ يُؤْفَكُونَ ( 87 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 87
Indien gij hun vraagt, wie hen heeft geschapen, zullen zij zekerlijk antwoorden: God. Waarom zijn zij dus tot de vereering van anderen afgewend?
وَقِيلِهِ يَا رَبِّ إِنَّ هَٰؤُلَاءِ قَوْمٌ لَّا يُؤْمِنُونَ ( 88 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 88
God hoorde ook, toen de profeet zeide: O Heer! waarlijk, deze zijn ongeloovigen, en hij antwoordde:
فَاصْفَحْ عَنْهُمْ وَقُلْ سَلَامٌ ۚ فَسَوْفَ يَعْلَمُونَ ( 89 ) Az-Zukhruf ( The Gold Adornment ) - Ayaa 89
Wend dus van hen af en zeg: Vrede!--Hierna zullen zij hunne dwaling kennen.

Choose language

Choose Sorah

Choose tafseer

Participate

Bookmark and Share